Toetsvragen Module 4 Verloskunde

Toets samenvatting

0 of 10 Vragen completed

Vragen:

Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.

Toets is aan het laden…

Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.

U moet eerst het volgende invullen:

Resultaten

Toets afgerond. Resultaten worden opgeslagen.

Resultaten

0 of 10 Vragen answered correctly

Uw tijd:

You have reached 0 of 0 point(s), (0)

Huidig
Review
Beantwoord
Goed
Fout

Vraag 1 of 10

1. Vraag
Welke handelingen verricht een kraamverzorgende om de kraamkamer klaar te maken voor de bevalling?
- a) koffie en kopjes klaarzetten
- b) kruiken klaarmaken
- c) vluchtkoffer uitpakken
- d) vrouw douchen of helpen met wassen
Goed

Fout
Vraag 2 of 10

2. Vraag
De bevalling begint. Welke ligging van de baby komt het vaakst voor?
- a) aangezichtsligging
- b) achterhoofdsligging
- c) kruinligging
- d) voorhoofdsligging
Goed

Fout
Vraag 3 of 10

3. Vraag
Wat gebeurt er tijdens de uitdrijvingsfase? Zorg ook dat je de juiste volgorde aanhoudt.
- a) insnijden van de schedel, spildraai, geboorte van schouders, lichaam en navelstreng
- b) spildraai, geboorte van schouders en lichaam, navelstreng en placenta
- c) staan van de schedel, spildraai, geboorte van schouders, lichaam en placenta
- d) volkomen ontsluiting, staan van de schedel, spildraai, geboorte van schouders en lichaam
Goed

Fout
Vraag 4 of 10

4. Vraag
Het bloed van de placenta bevat te veel zuurstof en wordt daarom snel naar de rest van het lichaam van de baby gebracht. Welke twee aanpassingen heeft de foetale bloedcirculatie hiervoor?
- a) ductus Botalli en arteria umbilicalis
- b) ductus venosus en ductus arteriosus
- c) foramen Botalli en ductus ovale
- d) foramen ovale en ductus arteriosus
Goed

Fout
Vraag 5 of 10

5. Vraag
Er worden vijf punten beoordeeld bij de apgarscore. Er worden drie punten gegeven. Welke zijn alle drie correct?
- a) ademhaling, fontanel/schedelnaden en kleur van de ontlasting
- b) geslachtsorganen, spierspanning en kleur van de huid
- c) hartslag, ademhaling en spierspanning
- d) reflexen, prikkelreactie en hartslag
Goed

Fout
Vraag 6 of 10

6. Vraag
Tijdens een bevalling heeft de vrouw erg veel last van rugweeën. De verloskundige wil echter goed zicht houden op de bevalling. Welke ligging (bevalhouding) zou jij de vrouw adviseren?
- a) knie-handhouding
- b) rugligging
- c) staande houding
- d) zittende houding (baarkruk)
Goed

Fout
Vraag 7 of 10

7. Vraag
Is de volgende stelling waar of niet waar?

‘Een TENS wordt altijd eerst ingezet voordat medicamenten worden gebruikt’
- a) waar
- b) niet waar
Goed

Fout
Vraag 8 of 10

8. Vraag
Er is sprake van een schouderdystocie. Op aanwijzing van de verloskundige voer je een handeling uit. Welke handeling is dit?
- a) Episiotomie
- b) Fundusexpressie
- c) Fundusimpressie
- d) Weeënstimulerendmiddel klaarmaken
Goed

Fout
Vraag 9 of 10

9. Vraag
De baby heeft een hoofdletsel opgelopen tijdens de bevalling. Je ziet een zwelling op het achterhoofd. De zwelling is zacht, gevuld met vocht, en er blijft na indrukken een deukje achter. Wat voor soort hoofdletsel heeft de baby?
- a) caput succedaneum
- b) cefaal hematoom
- c) subduraal hematoom
- d) subgaleaal hematoom
Goed

Fout
Vraag 10 of 10

10. Vraag
Hoe noemt men de complicatie waarbij de baby geel ziet, suf is en slecht drinkt?
- a) conjunctivitis
- b) hyperbilirubine
- c) hypoglykemie
- d) impetigo
Goed

Fout

Toetsvragen Module 4 Verloskunde

Toetsvragen Module 4 Verloskunde

Toetsvragen Module 4 Verloskunde

Toets samenvatting

Informatie

Resultaten

Resultaten

Categorieën

1. Vraag

2. Vraag

3. Vraag

4. Vraag

5. Vraag

6. Vraag

7. Vraag

8. Vraag

9. Vraag

10. Vraag