Toetsvragen Module 2 Anatomie en fysiologie

Toets samenvatting

0 of 10 Vragen completed

Vragen:

Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.

Toets is aan het laden…

Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.

U moet eerst het volgende invullen:

Resultaten

Toets afgerond. Resultaten worden opgeslagen.

Resultaten

0 of 10 Vragen answered correctly

Uw tijd:

You have reached 0 of 0 point(s), (0)

Huidig
Review
Beantwoord
Goed
Fout

Vraag 1 of 10

1. Vraag
Hoe noem je het proces waarbij een cel een oplossingsvloeistof of water opneemt?
- a) celdifferentiatie
- b) diffusie
- c) homeostase
- d) osmose
Goed

Fout
Vraag 2 of 10

2. Vraag
Waarom is het beter om adem te halen via de neus dan via de mond?
- a) De ingeademde lucht wordt beter voorverwarmd.
- b) De ingeademde lucht wordt gezuiverd.
- c) De ingeademde lucht wordt bevochtigd zodat de longen niet uitdrogen.
- d) Alle hierboven genoemde mogelijkheden zijn van toepassing.
Goed

Fout
Vraag 3 of 10

3. Vraag
Is de volgende stelling waar of niet waar?

‘De rechterharthelft krijgt bloed vanuit het hele lichaam aangevoerd: het bloed gaat via de rechterboezem naar de rechterkamer.’
- a) waar
- b) niet waar
Goed

Fout
Vraag 4 of 10

4. Vraag
Welke bewering over de anatomie of fysiologie van het urinewegstelsel is niet correct?
- a) Een nier bestaat uit het nierkapsel, de nierschors, het niermerg en het nierbekken.
- b) Een nierkanaaltje bestaat uit gekronkelde buisjes en een lus van Henle.
- c) Filtreren en zuurstofafgifte van het bloed gebeurt in het nierlichaampje.
- d) Samenstelling van urine wisselt en kan vitaminen bevatten.
Goed

Fout
Vraag 5 of 10

5. Vraag
Welke bewering over de fysiologie van het hormoonstelsel is niet correct?
- a) De hypofyseachterkwab is de opslag voor het antiduretisch hormoon ADH.
- b) De hypothalamus staat onder controle van de hypofyse.
- c) Een hormoonklier bestaat uit endocrien weefsel.
- d) Het bijnierschorsstimulerend hormoon ACTH wordt in de hypofysevoorkwab geproduceerd.
Goed

Fout
Vraag 6 of 10

6. Vraag
Welke drie hormonen vind je tijdens de ovulatie vooral in het bloed?
- a) FSH, LH en progesteron
- b) LH, oestrogeen en FSH
- c) oestrogeen, oxytocine en HCG
- d) protesteron, LH en FSH
Goed

Fout
Vraag 7 of 10

7. Vraag
Welke bewering over de placenta en bloedsomloop is correct?
- a) De navelstreng bevat twee navelstrengaders en één navelstrengslagader.
- b) De placenta regelt de hoeveelheid en de samenstelling van het vruchtwater.
- c) Door het gelei van Wharton worden de vaten in de navelstreng dichtgedrukt.
- d) Zuurstofarm bloed stroomt via vena umbilicalis naar de vrucht.
Goed

Fout
Vraag 8 of 10

8. Vraag
Wat is het gewicht en de lengte van een embryo van 20 weken gemiddeld?
- a) 150 gram en 16 cm
- b) 300 gram en 25 cm
- c) 700 gram en 30 cm
- d) 1250 gram en 35 cm
Goed

Fout
Vraag 9 of 10

9. Vraag
Hoe worden de bruine vlekken in gezicht en hals genoemd die na de twaalfde week van de zwangerschap kunnen ontstaan?
- a) linea nigra
- b) linea alba
- c) chloasma gravidarum
- d) striae
Goed

Fout
Vraag 10 of 10

10. Vraag
Is de volgende stelling waar of niet waar?

‘Vrouwen die in Nederland opgroeien, volledig gevaccineerd zijn en de hygiëneregels in acht nemen, kunnen geen infectieziekten krijgen’.
- a) waar
- b) niet waar
Goed

Fout

Toetsvragen Module 2 Anatomie en fysiologie

Toetsvragen Module 2 Anatomie en fysiologie

Toetsvragen Module 2 Anatomie en fysiologie

Toets samenvatting

Informatie

Resultaten

Resultaten

Categorieën

1. Vraag

2. Vraag

3. Vraag

4. Vraag

5. Vraag

6. Vraag

7. Vraag

8. Vraag

9. Vraag

10. Vraag